In het jaar 1518:.
De vorige stadhouder Arckles komt met de nieuwe stadhouder Maarten van Rossum naar Sneek met voorstellen en beloftes van de hertog om het land te besturen.
Wij Karel, bij Gods genade Hertog van Gelre en van Gulik en Graaf van Zutphen etc., ter eeuwige herinnering maken bekend en openbaar, en getuigen en erkennen bij deze onze brief, voor ons, onze erfgenamen en nakomelingen, voor iedereen die deze onze brief zal zien, lezen of horen lezen, dat wij met onbreekbare trouw hebben toegezegd, verklaard en belast met deze onze brief, vooruitgekozen en belast tot de hieronder beschreven artikelen.
Ten eerste beloven, geloven en nemen wij aan alle personen, geestelijk en wereldlijk, steden, landen, dorpen, delen en inwoners van de regio's Oostergo, Westergo en Sevenwolden in Friesland, voor alle geweld en overlast te onderhouden, te beschutten en te beschermen tegen alle heren, vorsten, landen, steden binnen en buitenlands, zoveel ons mogelijk is te doen.
En dezelfde Friese landen en inwoners voornoemd nu noch nimmermeer te verlaten, dan onze eervolle landen lieden en macht bij hen op te zetten, niettegenstaande enige contracten of composities die door enige vorsten en heren daarin gehandeld mochten worden.
Verder, in dit voornoemde artikel zullen zich de regio's op gelijke wijze opnieuw aan ons verbinden en verplichten.
Bovendien zal van dezelfde genoemde inwoners van de Friese landen niet gedwongen worden om enige zaken of diensten uit te voeren op bevel, tenzij zij dit uit eigen vrije wil willen doen.
Voorts beloven en ondernemen wij hier boven hulp en bijstand, van justitie te houden en te verkrijgen tegen al hun tegenpartijen.
Wij beloven en ondernemen de inwoners en landen voornoemd welvaart, nut en profijt en welzijn in sluizen, wateren, land, zand, dijken en dammen of anders te bedenken en ernstig te vervolgen.
Verder beloven wij, en meer nog, in onze afwezigheid, een van onze verstandige raadsleden aan te stellen en te ordenen als een algemene Stadhouder over de Friese landen, inclusief Groningen en de omliggende landen, die altijd in onze afwezigheid bij de inwoners van Friesland zal blijven en wonen, naast een hooggeleerde en vooraanstaande Kanselier.
Daarnaast zullen de regio's van Friesland zes van de verstandige, in Friesland geboren Friezen mogen kiezen, namelijk twee uit Oostergo, twee uit Westergo en twee uit de Sevenwolden, die samen met dezelfde Stadhouder en Kanselier zullen regeren en alle rechtszaken en andere zaken afhandelen. En verder, bevelhebbers van ons in steden en vestingen gesteld, zullen niet de titel van Stadhouder dragen maar die van ambtenaren.
Verder willen wij dat onze Stadhouders geen bevelhebbers aanstellen en toewijzen aan onze steden en vestingen in Friesland zonder de toestemming en wil van de regio's of door de regio's geordend.
Verder beloven wij, als het tot een terugkeer van oorlog en vrede komt tussen ons en enige heer en Vorst met betrekking tot de verschillen over Friesland, dat we dan met al onze macht steden, landen en mensen van onze eervolle landen in het bijzonder tegen de vijanden zullen inzetten. Zoals als wij in onze landen of vorstendom van Gelre door enige heren of Vorsten bedreigd worden, zullen onze regio's van Friesland dan naar hun vermogen ons, onze erfgenamen en nakomelingen te dienste komen in dezelfde onze landen voornoemd.
Op dit artikel zullen de landen zich wederzijds verbinden en overeenkomen.
Verder beloven wij de inwoners van deze Friese landen, zowel geestelijk als wereldlijk, al hun oude privileges, rechtvaardigheden en heerlijkheden te laten gebruiken en genieten, zoals dat van oudsher meer dan honderd jaar in Friesland gebruikelijk is geweest.
Dit artikel, zoals ingesteld door de Geldersen, luidt als volgt:
Verder beloven wij alle oude, trouw gevolgde gewoonten en privileges van de Friese landen te behouden en te doen behouden, zolang deze onze hoge heerlijkheden niet verminderen, noch enige corruptie of misbruik van de privileges en gewoonten bestaan, waardoor justitie, politiek, en bestuur geen passende voortgang zouden vinden. Deze zullen altijd onder onze correctie staan en die van onze bevelhebbers, aangestelde hoofdrechters, en geordend met raden.
Ook beloven wij de inwoners in onze Friese landen geen last op te leggen, hetzij van belastingen, accijnzen, nieuwe gewoonten, nieuw bedachte of enige andere zaken meer in te voeren, schatten, en vast te stellen boven de punten en artikelen van de eigen landen hun goedkeuring en omschrijving.
Deze artikel hadden de Geldersen later toegevoegd.
Onder voorbehoud dat, in alle of toekomstige tijden, het nodig wordt bevonden voor het nut en welzijn van ons en onze gemeenschappelijke landen van Friesland enige verandering van enige punten te maken, zullen wij dit doen met goed en rijp beraad van onze gedeputeerde raad van Friesland, niets anders ter bevestiging etc.
Op dezelfde Landdag gaven de heerschappen en gedeputeerden meer artikelen over, die zij van de Vorst van Gelre in een andere brief bevestigd en bezegeld wilden hebben.
Ten eerste, dat de Hertog geen overeenkomsten zal sluiten of kwijtschelding zal verlenen aan de edelen en anderen die loyaal blijven aan de Bourgondiƫrs, noch hen in enige positie van autoriteit zal benoemen, zonder de toestemming en kennis van de regionale besturen of zonder te handelen op de benoeming van de zes door de regio aangewezen Friese vertegenwoordigers.
Verder, dat de Vorst van Gelre de steden in Friesland, van welke partij zij ook waren, geen privileges of vrijheden zou geven of verlenen ten nadele en achterdeel van de gebieden Oostergo, Westergo en Zevenwouden. En dat, wat door de Stadhouder of Bevelhebbers door slechte informatie was gegeven, nietig en van geen waarde zou zijn.
Deze en de andere voornoemde artikelen werden aan Arckles en de nieuwe Stadhouder gepresenteerd, die sommige van de eerste artikelen in een andere vorm namen, en daar sommige uitsloten en sommige toevoegden, zoals boven is getekend; alles wat onderstreept is, is door hen weggelaten, en waar een dergelijk teken 'A' in de ruimte staat, hebben zij daarin geschreven. Deze artikelen werden daar niet aan de Hertog gezonden, maar Arckles hield ze bij zich en bracht ze naar de Hertog.
Onder voorbehoud dat, in alle of toekomstige tijden, het nodig wordt bevonden voor het nut en welzijn van ons en onze gemeenschappelijke landen van Friesland enige verandering van enige punten te maken, zullen wij dit doen met goed en rijp beraad van onze gedeputeerde raad van Friesland, niets anders ter bevestiging etc.
Op dezelfde Landdag gaven de heerschappen en gedeputeerden meer artikelen over, die zij van de Vorst van Gelre in een andere brief bevestigd en bezegeld wilden hebben.
Ten eerste, dat de Hertog de heerschappen en anderen, die partij hadden gekozen voor de Bourgondiƫrs, tot geen enkele compositie zou nemen noch remissie geven, noch in enige waardigheid van ambt stellen, zonder toestemming en weten van de regio's of op de benoeming van de zes Friezen van de landen geordend.
Verder, dat de Vorst van Gelre de steden in Friesland, van welke partij zij ook waren, geen privileges of vrijheden zou geven of verlenen ten nadele en achterdeel van de regio's. En dat, wat door de Stadhouder of Bevelhebbers door slechte informatie was gegeven, nietig en van geen waarde zou zijn. Deze en de andere voornoemde artikelen werden aan Arckles en de nieuwe Stadhouder gepresenteerd, die sommige van de eerste artikelen in een andere vorm namen, en daar sommige uitsloten en sommige toevoegden, zoals boven is getekend; alles wat onderstreept is, is door hen weggelaten, en waar een dergelijk teken 'A' in de ruimte staat, hebben zij daarin geschreven. Deze artikelen werden daar niet aan de Hertog gezonden, maar Arckles hield ze bij zich en bracht ze naar de Hertog.
Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.
Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.
Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).
Karel van Gelre
De regio's van Friesland
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordeelde Geldersen 1516 -1524.
Misdaad en straf (1500 - 1550).
Terechtstellingen (1500 - 1550).