De oorspronkelijke versie is van Wopke Eekhof
Onderstaande tekst vertelt het verhaal van Alyt, de vrouw van Dirk Wever uit Franeker. Op 2 augustus 1521 werd ze op weg van Midlum naar Franeker door een man te paard aangevallen. De man, Eepke Vaer, was in dienst van admiraal Douwe Bourmania. Hij nam haar de zak met bonen die ze had gekregen van Wybe Claaszoon af, en sloeg en bedreigde haar. Toen ze zich verzette, nam hij haar met geweld en verkrachtte haar.
Dit is het verslag van de rechtzaak in Leeuwarden en de veroordeling in 1521.
Alyt, de vrouw van Dirk Wever uit Franeker, zegt onder ede dat ze op Sint-Pietersdag van de maand augustus van het jaar 1521 op weg was van Midlum naar Franeker met een knecht en een dienstmeisje. Ze droeg op haar hoofd een zak met nieuwe bonen, die ze in Midlum had gekregen van Wybe Claaszoon.
Vanuit Franeker kwam er een man te paard op haar af, genaamd Ypke Vaer, die in dienst was van admiraal Douwe Bourmania. Hij wilde de zak van haar hoofd afnemen en trok haar bij haar hoofd. Toen ze hem de zak niet wilde geven, omdat die haar gegeven was om de bonen met haar man en kinderen te eten, stapte Yepke Vaer van zijn paard en nam de zak of tas met bonen af. Hij sprak veel grove woorden, vloekte en zweerde, en zei: "Vrouw, ik moet je even gebruiken." Hij zette haar neer.
Nadat hij haar met zijn zwaard had geslagen en gestoten en dreigde haar meer te slaan als ze zijn wil niet zou doen, nam hij haar met geweld en had gemeenschap met haar. Daarbij gooide hij haar om, zodat ze bovenop hem kwam te liggen. Hij hield haar zo vast met zijn armen, totdat een andere man, genaamd Hero, ook in dienst van de admiraal, te paard kwam aanrijden. Alyt riep Hero om hulp en in reactie daarop legde Yepke Vaer zijn benen over haar benen. Toen Yepke Vaer Hero zag, die hem vroeg of hij een vrouw had verkracht, antwoordde hij: "Rij verder, of wil jij ook eens meedoen? Kom dan hier." Daarop liet hij Alyt gaan.
Alyt, die zwaar mishandeld was, ging huilend en kreunend direct naar haar man in Franeker. Yepke Vaer reed met Hero verder, de zak met bonen meenemend.
Yebel, de dochter van smid Jan Smit uit Franeker, ongeveer 16 jaar oud, zegt onder ede dat ze bij Alyt was gekomen om van Midlum naar Franeker te gaan, toen Yepke Vaer de mishandeling begon. Ze zag dat Yepke Vaer Alyt de doek van haar hoofd scheurde, de zak met bonen afnam en haar sloeg en stootte met zijn zwaard. Yebel en de jongen die er ook bij was, renden weg naar het dichtstbijzijnde huis. Van veraf hoorden ze dat Alyt heel luid schreeuwde en riep, maar ze konden niet zien hoe Yepke Vaer met haar omging.
Cornelis, 11 jaar oud, zegt dat hij alles heeft gezien en gehoord wat Yebel al heeft gezegd.
Na de verhoren kwamen Dirk Wever en zijn vrouw Alyt voor de stadhouder en de raad. Ze vroegen om recht en gerechtigheid voor de mishandeling die Yepke Vaer Alyt had aangedaan.
Hero, die ook gehoord was, zei onder ede dat hij op Sint-Pietersdag op bevel van Douwe Bourmania te paard was gekomen tussen Midlum en Harlingen. Hij zag dat Ypke Vaer aan de kant van de weg zat met een vrouw, genaamd Alyt, die hij niet kende. Yepke Vaer had zijn broek uitgetrokken en zijn benen over haar benen gelegd. Alyt was erg overstuur en schreeuwde om hulp. Hero reed naar haar toe en zei: "Yepke Vaer, wat doe je daar? Heb je een vrouw verkracht?" Yepke Vaer antwoordde: "Ja, wil je ook meedoen? Kom dan hier." Hero zag dat Alyt Yepke Vaer ontweek en bij hem wilde komen. Yepke Vaer liep achter haar aan, maar zijn paard ontsnapte en hij kon haar niet volgen. Alyt vertelde Hero dat Yepke Vaer haar tegen haar wil had bekent, uit angst voor wat hij haar had aangedaan. Op aandringen van Hero ging Yepke Vaer met hem verder naar Harlingen, de zak met bonen meenemend.
Op de volgende dag is de voornoemde Ypke Vaer opnieuw door de voornoemde stadhouder en raad ondervraagd. Hij heeft boven zijn eerste bekentenis en belijdenis bekend dat hij met de voornoemde Alyt Dirk Wevers vrouw te doen heeft gehad, maar hij zei dat "hij zijn wil met haar niet heeft volbracht".
Daarom is door de rechtbank van Friesland, in naam en vanwege de Koning, onze allerhooghartige heer, recht gesproken en is de voornoemde Ypken Vaer veroordeeld tot de doodstraf. Hij zal door de scherprechter op het schavot voor het huis worden onthoofd.
Dit besluit is genomen op 26 oktober 1521 door de stadhouder jonkheer Jongama, Julius van Botnia, Cammynga, herma Rattales en Camerouwer.
Op dezelfde dag van de uitspraak, op 26 oktober 1521, is Ypke Vaar op de Heereweg tussen Midlum en Herbaijum onthoofd. Deze dorpen liggen tussen Franeker en Harlingen.
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordelingen van Geldersen
1516 -1524.
Was het leugen en laster (1521)?.
De mishandeling van Christiaan Wolters
(1668).
Terechtstellingen in Friesland
(1500 - 1550).
Misdaad en straf
(1500 - 1550).
Terechtstellingen in Friesland
(1550 - 1600).
Misdaad en straf
(1550 - 1600).
Terechtstellingen in Friesland
(1600 - 1650).
Misdaad en straf
(1600 - 1650).
Terechtstellingen in Friesland
(1650 - 1700).
Misdaad en straf
(1650 - 1700).
Terechtstellingen in Friesland
(1700 - 1750).
Misdaad en straf
(1700 - 1750).
Terechtstellingen in Friesland
(1750 - 1800).
Misdaad en straf
(1750 - 1800).