Hun ouders
De kinderen van Louw en Sybrich
De kinderen van Epe Hans Stapert en Sybrich
Louw is rond 1500 geboren in Warns in Gaasterland en heeft daar bijna zijn hele leven gewoond. In 1530 trouwde hij de ongeveer 25 jarige Sybrich Marcks uit Rotserhaule, Zevenwouden. Ze was de dochter van Grote Merck, Grietman voor Gelre voor Zevenwouden.
Tot 1524 was het onrustig in Friesland door de strijd van de Gelderse Friezen tegen de aanhangers van de prins van Spanje, de Bourgondiërs. Louw woonde in Warns, Gaasterland, en Sybricht in Zevenwouden, beiden in het het gebied van de Geldersen. De vader van Sybrich was tussen 1514 en 1624 één van de aanvoerders van de Woudfriezen voor Gelre.
In 1516 was er en inval van de bourgondische huurlingen waarbij ook in Warns huizen afgebrand werden. In november dat jaar was er een grote overstroming met zout zeewater die zelfs Sneek onder water zette. Veel landbouw grond werd voor jaren onbruikbaar.
Ze woonden samen in Warns en kregen twee kinderen, Murck rond 1532 en Imck rond 1535.
Louw had veel land. Een deel verpachtte hij en hij had zijn eigen land dat hij bewerkte of liet bewerken.
Toen Louw rond 1545 in Warns stierf waren hun kinderen dertien en tien.
Sybrich hertrouwde al snel met Epe Hansz Stapert en ging met de kinderen in Wommels wonen. Epe was een welvarende boer die op State Stapert woonde.
Sybrich en Epe kregen samen nog drie kinderen Louw Epesz Stapert ± 1550, Jetske Epesdr ± 1550 en Hylck Epesdr ± 1555.
Rond de geboorte van Hylck overleed Sybrich.
Epe maakte daarna een glanzende cariere. Hij werd in 1555, in het jaar van de dood van zijn vrouw, door keizer Karel V in de rijksadelstand verheven. Hij hertrouwde met weduwe Bauk, kreeg nog een zoon (Hans), hij was dorprechter te Wommels (1558) en mederechter van Hennaarderadeel (1565); volmacht ten landdage (1574)en hij ging zich Epo Vomelius noemen.
Louw Syttez is rond 1490 geboren in Warns in Gaasterland. Hij werd ongeveer 45 jaar.
Sybrich, ook wel gespeld als Sibrich, werd in 1505 geboren in het dorp Rotsterhaule. Ze werd ongeveer 50 jaar.
Friesland tussen 1500 en 1520.
In Warns woonden Ats Bonninga en Jelmer Ottes Sytsma in een woning met een eigen stins (toren). In 1492 bouwden hun tegenstanders de Vetkopers ook een stins in Warns. In 1494 werd de stins van Sytsma belegerd nadat Douwe Galama, de zoon van een Vetkoper-leider, was gedood. Tijdens de strijd sneuvelde Ats’ vader, werd Jelmer gevangengenomen, en eiste Galama de overgave van de stins, maar Ats bood verzet om tijd te winnen. Dankzij bemiddeling kwam een akkoord tot stand: gevangenen werden uitgewisseld en de stins werd aan de Galama’s overgedragen, waarna deze werd afgebroken. Ats en Jelmer moesten Warns verlaten, en hun verdere lot blijft onbekend.
Historici beschrijven het beleg van Jelmer Sytsma’s stins, maar de naam van Ats wordt niet genoemd. Wel dat ze een dochter van Lou Bonninga was. Volgens het Stamboek had Louw Bonninga en zijn vrouw Hylck Feyckesdr van Harinxma al een andere dochter die de naam Ath had en op een stins in Oppenhuizen geboren was. Mogelijk heeft Louw Bonninga nog een dochter gehad van wie de voornaam niet bekend is.
De opgraving van de Sytsma Stins in Warns.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordelingen van Geldersen
1516 -1524.
Was het leugen en laster (1521)?.
Misdaad en straf
(1500 - 1550).