Toen en Toen ..
Zoeken Het verhaal van Friesland

Het jaar 1504: Er komen nieuwe belastingen en accijnsen

De ontwikkelingen rond Hertog Jan in juli

Toen Hertog George alle zaken in Friesland had geregeld, zoals eerder beschreven, en naast vele andere dingen die hier niet genoemd zijn, ook de blokhuizen, dit zijn verdedigingswerken, in Harlingen en het Zyaerdema huis goed had bemand en voorzien van soldaten, wapens en proviand tegen mogelijke onrust of opstand van de Friezen, vertrok hij rond Sint Margaretha (20 juli) van Leeuwarden uit Friesland naar het blokhuis in Winsum in Groningerland.

Daar voorzag hij ook alles van noodzakelijke voorraden, net zoals bij de andere huizen. Vervolgens reisde hij verder over de Eems naar Oost-Friesland naar Graaf Edzard, en van daaruit verder naar Saksen en Meissen in zijn eigen land.

Hij liet de Friezen achter, zowel de geestelijken als de wereldlijken, belast met zware belastingen en accijnzen.

De nieuwe belastingen in Friesland

Hij liet de Friezen achter, zowel de geestelijken als de wereldlijken, belast met zware belastingen en accijnzen. De edelen moesten de eenentwintigste penning van al hun landopbrengsten betalen. En verder moest iedereen, zowel geestelijken als wereldlijken, voor kerk- en gasthuisinkomsten de eenentwintigste penning afdragen. En van elk huis of haardstede een halve gouden gulden, wat in totaal als een eenmalige belasting werd vastgesteld, zodat de Friezen, zowel geestelijken als wereldlijken en kerken en andere godshuizen, de Hertog van Saksen zouden betalen zolang hij gouverneur was van Friesland, van elke gouden gulden aan opbrengsten per jaar drie stuivers als belasting, waarbij de 28 stuivers een gouden gulden maakten, en daarmee de belasting van de huizen werd betaald. Van deze drie stuivers betaalden de landheren de helft en de pachters de andere helft, tenzij in de huurovereenkomst was afgesproken dat de pachter het geheel moest betalen.

De nieuwe accijnzen

De Friezen moesten ook acht stuivers accijns betalen voor elke ton bier die van buiten kwam en in het land werd gedronken, en voor bier dat lokaal van Stavoren tot Gerkesbrugge werd gebrouwen en verkocht, vier stuivers. Maar wat de kloosters, edelen en huishoudens binnen hun eigen huis brouwden en dronken, was vrij van accijns. Voor Romeni, Bastert en alle zoete wijnen 22 stuivers, voor een aam Petows, Polyet en andere lichte wijnen 14 stuivers accijns. Voor alle lakens die minder waren dan Leidse, zeven stuivers, voor een Leids laken en alle duurdere stoffen 14 stuivers accijns.

Sommige edelen hadden een vrijstelling van accijns binnen hun huizen voor een bepaald aantal tonnen Haarlemmer bier; net zo hadden sommige kloosters vrijstelling voor een, twee, drie of vier aam, wat het maximum was, vrij van accijns, voor miswijn, afhankelijk van hun behoefte of het aantal priesters.

Voor het innen van deze accijnzen had de Hertog accijnsmeesters aangesteld op de grenzen van de landen, zoals bij de Kuinder in Lemmer, Stavoren, Makkum, Harlingen, op de Leye, Dokkum, Kollum, en andere plaatsen of havens waar schepen konden aanmeren.

16de eeuw stad

Er gebeurt veel goeds maar de belastingen zijn hoog

Ondanks de belastingen en accijnzen, als de Hertog en zijn regenten tevreden waren geweest en de Friezen niet hadden belast met nieuwe lasten en buitengewone belastingen, zouden de Friezen zonder enig gemor hem eeuwig gewillig hebben gediend, want de heren van Saksen zorgden voor goede justitie, onpartijdig voor arm en rijk, zonder iemand uit te sluiten, en bevorderden goede rust en vrede binnen het land. De Saksische heren hielden ook het nut en de winst van het land zorgvuldig in het oog en regelden zaken zoals het aanleggen van dijken, zijlen en sluizen, en het graven.

De kroniek van Worp van Thabor

Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.

Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.

Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).