Toen en Toen ..
Zoeken Het verhaal van Friesland

In het jaar 1512
Dat de graaf van Emden de macht in Groningen had begon tot spanningen te leiden in Friesland. Na verklaringen van een gemartelde Kempo Roeper uit Kollum worden enkele edelen gearresteerd die mogelijk banden hebben met de graaf van Emden.

De valsemunter Hero en het verraad

Rond deze tijd woonde er in Leeuwarden een muntmeester genaamd Hero. Hij werd betrapt op het slaan van vals geld en vluchtte uit het land. Terwijl hij weg was, kwam hij in contact met een vrouw die hem vertelde over brieven van graaf Edzard van Emden naar sommige mensen in Friesland. Omdat Hero had laten doorschemeren dat hij uit Friesland was verbannen, sprak deze vrouw vrijuit met hem.

Hij kreeg belangrijke informatie van haar, schreef naar de stadhouder en de edelen van Friesland om bescherming te vragen, en zei dat hij belangrijke zaken met hen te bespreken had die het land en zijn mensen aangingen. De edelen gaven hem toestemming naar Smalle Ee te komen.

Enkele edelen reisden 's nachts naar Hero toe en kregen informatie waardoor ze Kempo Roeper in Kollum lieten arresteren en naar Leeuwarden brengen voor verhoor. Dit werd later openbaar.

het verraad van Hero

De arrestaties van edelen

Tijdens de viering van de Visitatie van Maria in Leeuwarden, waarbij veel edelen en andere mensen, niet alleen uit Friesland maar ook uit andere landen, samenkwamen en deelnamen aan de processie, liepen sommigen naakt in linnen lakens gewikkeld.

In 1512 vond deze processie plaats op 14 juli.

De volgende dag, op 15 juli, ging de provoost met vier knechten naar het huis van Wopke Lurts, waar Gerbrant Mockama, een edelman, verbleef. Ze arresteerden en boeiden hem en brachten hem naar Leeuwarden voor ondervraging.

Tyaerdt Mockama, die in dezelfde herberg was, vluchtte naar het klooster van de minderbroeders en bleef daar tot 17 juli.

Daarna liep hij, gehuld in een slaaplaken, door de stad Leeuwarden in een processie. Toen hij bij het klooster van de predikheren kwam, werd hij daar gekleed en stiekem uit de stad gesmokkeld naar Bergum. Hij reisde vervolgens met zijn vrouw en kinderen naar Groningen en keerde niet terug naar Friesland zolang de hertog van Saksen heer was over Friesland. Zijn bezittingen in Friesland werden door de edelen in beslag genomen.

Later, op 18 juli, stuurden de edelen knechten vanuit Leeuwarden naar Ferwert om Jemme Juwsma, een edelman, uit de kerk te halen, naar Leeuwarden te brengen en hem ook te ondervragen.

De arrestatie van Jemme Juwsma

De arrestatie van Jemme Juwsma

De graaf van Emden ontkend dat er iets gebeurd is.

Toen de edelen in Leeuwarden waren gearresteerd, werden er twee algemene dagen gehouden in Leeuwarden door de geestelijkheid en de edelen, waarbij zij de stadhouder verzochten brieven te schrijven aan de graaf van Emden. Ze wilden weten waarom hij liet uitschijnen dat hij zulke goede relaties had met de geestelijkheid en edelen in Friesland dat, wanneer hij het wilde, Friesland naar zijn hand zou staan. Dit maakte alle geestelijken verdacht in de ogen van de Saksische heren.

De graaf van Emden antwoordde dat hij zulke uitspraken niet had gedaan, noch had hij onderhandeld met enige geestelijken of edelen op een manier die schadelijk zou kunnen zijn voor de prins van Saksen of zijn landen, in termen van eer en welvaart.

Maatregelen van de stadhouder tegen het gevaar

In augustus verzamelde de graaf van Bentheim, de stadhouder in Friesland, alle geestelijken en edelen, samen met twee priesters en twee huishoudens uit elk deel, die volmacht hadden van de gemeenschap om met de heren conclusies te trekken over alle zaken.

Toen de landen bijeengekomen waren, werden acht edelen, twee geestelijken en enkele huishoudens aangewezen om naar de heren te gaan en hun meningen en verlangens te vertegenwoordigen.

De stadhouder sprak over de onrust die de graaf van Emden veroorzaakte met als doel Friesland van de prins van Saksen te scheiden, en er was bezorgdheid dat hij mogelijk van plan was met een legermacht binnen te vallen, wat grote schade aan de prins van Saksen en de landen kon berokkenen.

Om dit te voorkomen en voorbereidingen te treffen voor het geval dat dit gebeurde, wat aanzienlijke kosten met zich mee zou brengen, uitte hij de wens dat de landen een belasting zouden goedkeuren op de landrenten om de troepen te kunnen bekostigen indien nodig.

Deze boodschap werd door de afgevaardigden teruggebracht naar de geestelijken, edelen, en de gemeenschap. De staten van het land stemden ermee in en besloten dat elke gulden rente over het hele land drie stuivers zou bijdragen.

De kroniek van Worp van Thabor

Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.

Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.

Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).