In het jaar 1515
De Gelderse Friezen en de Bourgondische Friezen sturen vertegenwoordigers naar de koning van Frankrijk om hun kant van zaak te bepleiten.
Terwijl de gezanten nog in Gelderland bij de hertog waren, werden er twee geleerde mannen door de Friezen aangewezen, met toestemming van de hertog van Gelre, om naar de koning van Frankrijk te reizen. Zij moesten de koning informeren over de situatie in Friesland tussen de Prins van Spanje en de Hertog van Gelre.
Van de Gelderse Friezen werden Idzert, pastoor in Grouw en doctor in beide rechten, en meester Augustinus Haye, doctor in de geneeskunde en een groot redenaar in het Grieks en Latijn, uitgezonden. Zij namen veel authentieke brieven en kronieken van Friesland mee naar Frankrijk om hun argumenten te ondersteunen.
Idzert beloofde iedereen de documenten terug te brengen, maar hield ze uiteindelijk zelf bij zich, ondanks herhaaldelijke vermaningen om deze oude documenten terug te geven en de eer van Friesland te beschermen.
Tegenover deze gezanten stuurden heer Floris en de Bourgondische Friezen de welbespraakte meester Bucko, pastoor in Leeuwarden en licentiaat in beide rechten naar Frankrijk. De specifieke instructies en artikelen waarmee hij reisde, zijn niet bekend.
Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.
Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.
Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordeelde Geldersen 1516 -1524.
Misdaad en straf (1500 - 1550).
Terechtstellingen (1500 - 1550).