Toen en Toen ..
Zoeken Het verhaal van Friesland

In het jaar 1517:
De Gelderse troepen vallen in mei Dokkum aan en veroveren het op de soldaten van de prins van Spanje, de Bourgondiërs.

Gelderse troepen vallen Dokkum aan

Bevelhebber Arckles, de edelen, Groete Pyer met zijn manschappen en de twee vendels soldaten vertrokken op 17 mei vanuit het klooster Tabor naar Dokkum. Ze namen het grootste geschut en andere wapens mee, die Arckles in Sneek had laten maken, om Dokkum mee te belegeren.

Op 18 mei arriveerden ze bij Dokkum en probeerden de stad te overvallen, maar ze werden teruggeslagen door de verdedigers binnen de stad. Bij deze eerste aanval werden ongeveer tweehonderd soldaten van Gelre gedood.

Aanval op Dokkum

Het beleg van Dokkum

Ze zetten drie kampen op rond Dokkum: één bij Onze Lieve Vrouwe te Berg, een bij Betterwird, en een derde bij Aalsum. Later verschansten ze zich dichter bij de stad en belegerden deze volledig.

Ze bouwden dammen over het Dokkumerdiep tijdens laag water, zodat ze het vloedwater konden tegenhouden en op deze manier de stad van water afsnijden.

Ze kregen ook zwaar geschut van Groningen en beschoten de stad flink.

Aanval op Gaasterland

Dokkum geeft zich over

Terwijl de Gelderse troepen Dokkum belegerden en niets de stad in of uit kon, begonnen de voorraden en het kruit in Dokkum op te raken. Daarom kwamen heer Tjaerd Burmania, de Drost van Dokkum, samen met de burgers en soldaten overeen om te onderhandelen met de Gelderse troepen.

Ze kwamen overeen dat de edelen, burgers, en soldaten de stad Dokkum en het huis zouden overgeven, maar hun leven, wapens, en paarden mochten behouden. De Geldersen beloofden niemand te schaden, noch in leven noch in bezit, inclusief de edelen, burgers, en soldaten.

De volgende dag, op 2 juni, gaven ze Dokkum en het huis over. Heer Tjaerd en sommige edelen en burgers, die niet onder Gelderse heerschappij wilden vallen, vertrokken op 3 juni vroeg in de ochtend naar Leeuwarden.

Arckles benoemde een Geldersman, Jan Golsteen, tot Drost van de burcht binnen Dokkum. Jancko Unema en Aemcke Jaerla bleven in de stad met enkele soldaten, terwijl de rest van de troepen door Drenthe naar Cunre (Kuinre) trok op 22 juni.

Het huis van Syts Tjaarda wordt aangevallen

Toen de Gelderse troepen voor het eerst bij Dokkum aankwamen, stuurden ze een groep soldaten naar het huis van meester Syts Tjaarda in het dorp Rinsemageest. Schelto Tjaarda, zijn vader, was in 1500 in Leeuwarden overleden.

Meester Syts Tjaarda was op dat moment in Leeuwarden en had twintig mannen met wapens, geschut en voorraden in het huis geplaatst om het te verdedigen. Echter, toen deze verdedigers het zware geschut en de grote troepenmacht van de Geldersen zagen en geen hoop op ontzet hadden, gaven ze zich over, verlieten het huis zonder verlies van leven en trokken zich terug naar Leeuwarden om zich bij meester Syts Tjaarda te voegen.

De Geldersen namen vervolgens het huis in met hun troepen.

De kroniek van Worp van Thabor

Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.

Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.

Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).