In de jaren 1515 - 1520
In 1515 werd de vrouw van boer Pier Gerlofs Donia in Kimswerd het slachtoffer van Hollandse en Saksische huurlingen. Pier pakte zijn wapens op en werd algauw een gevreesde rebellenleider tegen de Saksische en Bourgondische machthebbers.
Pier Gerlofs Donia was een welvarende boer in het dorp Kimswerd. Hij woonde daar met zijn vrouw en twee dochters op zijn boerderij Doniastate. Volgens beschrijvingen uit die tijd was Pier een grote en buitengewoon sterke man. Daarom werd hij Grutte Pier, Grote Pier, genoemd.
Het waren onrustige tijden waarbij dorpen zich vaak moesten verdedigen. De weerbare mannen werden geacht hadden wapens in huis te hebben waarmee ze hun bezit, dorp en regio in een militie konden verdedigen. Pier Donia deed dat ook en had daardoor in 1515, toen hij 35 jaar was, al een flinke militaire ervaring opgedaan.
De oprichting van de Arumer Zwarte Hoop van Grutte Pier.
Op 29 januari 1515 viel een bende huurlingen en burgers uit Franeker die de hertog van Saksen steunden het dorp Kimswerd binnen en plunderden en vernietigden het dorp. Ook de boerderij van Pier werd tot de grond toe afgebrand. Pier en zijn dochters overleefden de aanval maar zijn vrouw en veel dorpsgenoten werden gedood.
Pier was berooid en verbitterd en ging voor de wraak. De plunderaars uit Franeker steunde de hertog van Saksen. De hertog was ook stadhouder van Holland. Met het huurlingenleger De Zwarte Hoop probeerde de hertog de macht in Friesland te krijgen.
De op wraak beluste Pier sloot zich net als 40 tot 70 mannen uit verwoeste dorpen als Kimswerd, Witmarsum aan bij de belangrijkste tegenstander van de hertog van Saksen, de hertog van Gelre. De hertog van Gelre voerde deze strijd op land en ter zee.
In de kronieken van tijdgenoot Worp van Thabor had Pier al in maart 1515, dus al twee maanden na de verwoesting van zijn boerderij de beschikking over een kleine vloot seinschepen waarmee hij een kleine vloot schepen uit Holland met wapens en het soldij voor de Zwarte Hoop buitmaakte.
Een andere geschiedschrijver uit die tijd, de monnik Peter Jacobszoon van Thabor, noemt de eerste actie van Pier pas bij een gebeurtenis in 1516.
Hoe dan ook maakte Pier het leven van de Hollanders en buitenlandse huurlingen flink zuur. Friese tegenstanders werden nog gevangen genomen maar de rest werd gedood.
Grote Pier verstoorde de handel van Holland via de Zuiderzee en wist ook op land grote schade toe te brengen in het gebied van de hertog van Saksen en later dat jaar van zijn opvolger de hertog van Bourgondië.
In mei 1516 stuurde Holland een vloot met 2000 tot 3000 huurlingen naar Workum, de thuishaven van Pier. Ze brachten grote schade toe aan Pier maar hij kon zich met het eerder buitgemaakte geschut goed verdedigen.
De aanval op Workum door de Bourgondiërs
Pier trok zich niets aan van de wapenstilstand van juni 1515. In deze periode plunderde hij onder andere de eilanden Texel en Wieringen
Eind Januari 1517 was Grote Pier met zijn mannen in Sneek. De stad werd van vier kanten aangevallen door de Bourgondiërs maar Grutte Pier en zijn mannen gingen iedere dag de stadspoorten uit om met hen te vechten.
Het beleg van Sneek in januari 1517
Het jaar 1517 was sowieso een druk jaar voor Grote Pier
In februari 1517 bracht hij in Holland grote schade toe aan Waterland en Huisduinen.
In maart en april 1517 was er de strijd om Hindeloopen en Nijeklooster.
Het beleg van Dokkum in mei 1517
In juni plunderde en brandde hij Medemblik.
Hij voer toen met zo'n 150 schepen vanuit Friesland naar Medemblik. De stad werd geplunderd en platgebrand. Daarna voer Grote Pier met zijn bemanning terug naar Friesland.
De grootste schade in Holland bracht hij echter indirect toe door het huurlingenleger de Zwarte Hoop, dat inmiddels in dienst genomen was door de hertog van Gelre, de Zuiderzee over te zetten.
De Zwarte Hoop bleef in Holland en trok al verwoestend en plunderend door Alkmaar, Beverwijk, Spaarndam naar Asperen.
Daarna was er nog een belegering van Hoorn in september 1518 die niet slaagde maar wel voor grote onrust zorgde.
Ondertussen werd het ook in Friesland steeds duidelijker dat het eerste belang van de hertog van Gelre niet de Friese vrijheid was. Grote Pier heeft op verzoek van de hertog in 1519 nog Emmerich aan de Rijn aangevallen maar daarna heeft hij zich teruggetrokken in Sneek.
Pier stierf in bed in Sneek in 1520 op veertigjarige leeftijd.
De leiding van zijn rebellenleger had hij toen al overgedragen aan zijn tweede man, zijn vermoedelijke neef Wijerd Jelckama.
In 1523 werd Wijerd Jelckama samen met de laatst overgebleven rebellen van Grote Pier onthoofd in Leeuwarden.
Tijdgenoot Peter Jacobszoon van Thabor heeft Grutte Pier wel eens gezien. Zo overnachtte Grutte Pier in 1517 in klooster Thabor bij Sneek. Peter en Worp waren hier monniken. In zijn kroniek beschrijft deze monnik Pier na zijn dood als:
In datzelfde jaar van 20, is de grote Pier overleden, op de nacht van Sint Lucas. Over deze Pier was veel gesproken in Holland, in Brabant en in andere landen, over zijn grote kracht en verschrikkelijkheid, en over zijn grote ogen.
Men overdreef en maakte hem nog groter dan hij al was. Maar zelfs in het echt was hij een grote, zware man met grote ogen, brede schouders en een grote baard, en verschrikkelijk om te zien, vooral als hij boos was; en hij sprak en gedroeg zich onbeholpen en grof; want hij kon niet behendig spreken in het openbaar of voor edelen.
Maar met zijn grove Friese uitspraken kwam hij ook vooruit, en dat deed hij zo onhandig, dat alle mensen die erbij stonden, moesten lachen. En hij was dapper en fel tegen de vijanden, maar hij was redelijk van hart als een christen man.
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordeelde Geldersen 1516 -1524.
Misdaad en straf (1500 - 1550).
Terechtstellingen (1500 - 1550).