Toen en Toen ..
Zoeken Het verhaal van Friesland

Het jaar 1501:
Toen de Friese ballingen met de huursoldaten in Drenthe aankwamen besloten ze om met Groningen de Dam in Groningen aan te vallen en te veroveren.

Het plan om met de huursoldaten en de Groningers aan te vallen

Toen de Friese ballingen met de huursoldaten in Assen aankwamen, spraken de Groningers met de Friese heren over het overdragen van de soldaten, zodat ze de Dam konden aanvallen en versterken met geschut, buskruit, loden kogels en andere oorlogsinstrumenten om de Hertog van Saksen uit Friesland te verdrijven.

De Friese heren vonden dit een goed plan en zagen het als een grote kans en steun om de Hertog te verslaan. Nadat de Groningers met de Friese heren hadden gesproken en een overeenkomst hadden gesloten, spraken ze ook met de leiders van de soldaten en sloten een deal om samen de Dam aan te vallen in ruil voor een geldbedrag, op voorwaarde dat de Groningers hen zouden helpen met geschut en andere noodzakelijke middelen om steden te veroveren.

Waarom wilden de Groningers de Dam aanvallen?

De reden dat de Groningers zo fel waren tegen de Dam was dat de mensen van de Dam altijd onder het gezag en bondgenootschap van Groningen waren geweest en met de Groningers in Friesland veel kwaad hadden aangericht, zoals ik in het vorige boek heb geschreven.

Maar in 1495 kregen de mensen van de Dam ruzie met de Groningers, waardoor Graaf Edzard van Emden de Dam veroverde en veel kwaad deed aan de Groningers. De meeste heren uit Groningen waren in de Dam, omdat ze boos waren op de Groningers die veel schade aan hun huizen en goederen hadden toegebracht, waardoor ze niet meer met de Groningers wilden zeilen of onder hun bondgenootschap wilden vallen. Deze heren steunden Graaf Edzard van Emden en moedigden hem voortdurend aan tegen de stad en burgers van Groningen. Om deze heren te krijgen en onder hun gezag te brengen, trokken de Groningers met al hun macht en soldaten naar de Dam.

Friesland

De aanvallen op het fort in Delfzijl en de bestorming van de Dam

Maar voordat ze de Dam grondig belegerden, vielen de soldaten op Hemelvaartsdag, 20 mei, het fort op Delfzijl aan, dat door Graaf Edzard van Emden werd gehouden, en overwonnen het compleet. Daarbij bleven twee kapiteins tijdens de aanval dood, Willem van Meppel en Wijthien van Elborch.

Vervolgens op de avond van Pinksteren, 29 mei, vielen de soldaten de Dam aan en bestormden die maar ze werden teruggeslagen, waarbij veel soldaten omkwamen.

De verdediging van de Dam

Toen de Dam door de Groningers en hun soldaten werd belegerd, lieten de stadhouder en regenten van Friesland meer soldaten naar Friesland komen om de Dam, indien nodig, te ontzetten en weerstand te bieden tegen de ballingen en soldaten, mochten zij de Dam veroveren en verder Friesland binnentrekken.

In die tijd kondigde Graaf Hugo, de stadhouder, samen met andere regenten van Friesland, van Stavoren tot aan Gerkesbrug, een belasting af. Iedereen, arm en rijk, moest één gouden gulden betalen, en de rijken moesten de armen helpen. Deze belasting was bedoeld om de soldaten te betalen.

De belegering van de Dam

Terwijl dit gebeurde in Friesland, belegerden de Groningers met hun soldaten de Dam. In de Dam was er een tekort aan buskruit en voedsel. Ze verwachtten hulp van Graaf Edzard van Emden, maar hij bleef zo lang weg dat er in de Dam een groot gebrek ontstond.

De bezetters boden de Dam aan de Groningers aan onder voorwaarde van lijfsbehoud, maar de Groningers wilden hen geen genade verlenen. Daarom verdedigden de burgers, en vooral de heren uit Groningen die binnen waren, zich dapper, nog steeds hopend op hulp van Graaf Edzard van Emden.

De Dam werd ontzet door Graaf Edzard van Emden

Toen de Groningers een tijdje voor de Dam hadden gelegen en Graaf Edzard vernam dat er grote nood was in de Dam en dat ze de Dam niet langer konden houden zonder hulp, verzamelde hij al zijn Friese troepen in Eemderland met de boogschutters. Op 15 juni kwam hij met al zijn macht over de Eems om de Dam te ontzetten.

Toen de soldaten die voor de Dam lagen hoorden dat de graaf met al zijn macht was gekomen, bleven de Groningers en hun bondgenoten voor de Dam liggen, terwijl de soldaten de graaf tegemoet trokken om in het veld een slag met hem te slaan. De soldaten die voor de Dam lagen, waren deels Overlanders en deels Nederlanders. Toen de soldaten en de graaf elkaar ontmoetten, trokken de Overlanders zich uit de strijd terug en gingen naar de kant van de graaf.

Hierdoor kreeg de graaf de overhand en versloeg hij bijna alle Nederlandse soldaten. Vervolgens kwamen de heren, burgers en soldaten uit de Dam en versloegen zij de burgers van Groningen en de huurlingen uit Groningen en namen ze gevangen of verjaagden ze. Er werden ongeveer honderd burgers uit Groningen gedood en velen gewond.

Maatregelen van graaf Hugo, de stadhouder van Friesland

Toen Graaf Hugo, de stadhouder van Friesland, hoorde dat de Dam was ontzet en de Groningers met de soldaten waren verslagen, heeft hij alle edelen die functies van de heer bekleedden en de vijfde man uit Oostergo, Westergo en Sevenwolden opgeroepen.

Hij trok met de soldaten die al in het land waren en met de genoemde Friezen naar Groningen en zette zijn kamp op in Aedwert (Aduart). Graaf Edzard lag met zijn troepen in Winsum. Na ongeveer een week in Aedwert te hebben gelegen, kregen de opgeroepen edelen toestemming om terug te keren naar huis met de Friezen.

Graaf Hugo, de stadhouder van Friesland, legde vervolgens een belasting op aan alle landen die onder het gebied van Groningen vielen aan de westzijde van Groningen, helemaal tot aan Gerkesbrug. En Graaf Edzard belastte alle landen die onder het Groningse gebied vielen aan de oostzijde van Groningen. Ook verbrandde hij alle kasteelhuizen die tussen de Dam en Groningen stonden, die de Groningers daarvoor hadden gebouwd, of hij bezette ze met zijn troepen.

Het blokhuis en de brug

Graaf Hugo bleef in Aedwert met de soldaten en liet daar een blokhuis, een soort fort, bouwen bij Winsum aan het Groningerdiep, en liet het versterken met dikke wallen en omringen met grachten. Hij liet ook een brug bouwen vanuit het huis over de diep, zodat alle schepen die van of naar Groningen wilden, hun zeilen moesten strijken voor het huis. Met dit huis hebben de Hertog van Saksen en zijn onderheren de stad Groningen vele jaren daarna ernstig benauwd en beschadigd.

De kroniek van Worp van Thabor

Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.

Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.

Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).