In het jaar 1514
De hertog van Saksen geeft de strijd in Friesland op en vertrekt naar zijn bezittingen in Meissen bij Dresden. Zijn huurlingen, de Zwarte Hoop, stuurt hij zonder soldij Friesland in.
Toen de edele hertog George, die met zijn leger nog steeds in Aduard voor Groningen lag, hoorde dat de Geldersen Friesland waren binnengevallen en dat veel Friezen zich bij de Geldersen hadden gevoegd. En dat ook nog de steden Sloten, Sneek en Bolsward al waren ingenomen werd deze goede en dappere vorst zeer ontmoedigd.
De hertog was uitgeput door de oorlog, hij had geen geld meer, en de Zwarte Hoop, zijn huurlingenleger, liep achter met betalingen en eiste dagelijks hun geld. Hierdoor voelde hij zich volledig verslagen.
De hertog van Saksen ontbood zijn zoon Hans, die op dat moment in Leeuwarden was, om naar hem te komen bij de Veerdenbras (=blokhuis Weerderbras bij Groningen) en samen reisden ze af naar Meissen bij Dresden, in zijn eigen land.
De hertog beloofde de Zwarte Hoop met mooie woorden dat hij hen eerlijk zou betalen, zoals het een dappere vorst betaamt en dat ze naar Friesland moesten trekken om de Gelderse Friezen te straffen.
Daarna brak de Zwarte Hoop het beleg voor Groningen op en trok West-Friesland binnen, waar ze op 9 december in bij het klooster Oldeklooster arriveerden, met het plan om Bolsward te veroveren. Samen met hen kwamen kanselier Andries Ploeg en Otto Schenck en Goslick Jongema, Hessel Martena, Tzalling Bottinga, Gerrolt Heerma, Epo Aelua, Sybrant Borda en Douwe Burmania mee die niet naar de Geldersen wilden overlopen.
In Bolsward was al goed verdedigd met Gelderse troepen en Myrck Syrckz met zijn leger uit de Zevenwouden kwam richting Oldeklooster om de Zwarte Hoop aan te vallen. De Zwarte Hoop was echter niet bereid was om Bolsward te bestormen of om te vechten vanwege het gebrek aan geld.
De Saksisch gezinde edelen besloten daarom terug te keren naar Franeker en Leeuwarden.
De Zwarte Hoop vertrok op 13 december vanuit het Oldeklooster, plunderde alle dorpen rondom het klooster, en trok vervolgens naar Makkum.
De Saksische heren, die Franeker, Leeuwarden en alle omliggende landen, inclusief heel Oostergo, nog in handen hadden, gaven de huurlingen van de Zwarte Hoop een brief en zegel waarin beloofd werd dat ze binnen drie maanden betaald zouden worden.
Daarom trok de Zwarte Hoop uit Friesland weg en vormde een kamp aan de rand van Holland.
Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.
Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.
Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordeelde Geldersen 1516 -1524.
Misdaad en straf (1500 - 1550).
Terechtstellingen (1500 - 1550).