In het jaar 1515
Na de komst van Gelre vind de strijd plaats in Friesland. Over en weer worden dorpen en stinsen (stenen huizen) belegerd en afgebrand.
Op de 28e januari kwamen Jancke Douwema, Jw Juwsma, Sicke Douwoz. met 400 burgers uit Rauwerderhem, Idaarderadeel en Utingeradeel en vormden een leger bij Barrahuis tegen de Leeuwarders.
Op die dag kwamen de Leeuwarders buiten de stadsmuren met anderhalf duizend man sterk, burgers en soldaten. Toen de Friezen zagen dat ze zo sterk naar buiten kwamen, weken ze uit naar Wirdumerburen en het veld in en velen renden naar Uniahuis in Wirdum.
Toen staken de Leeuwarders het Unia huis (een stins) en de zaal in brand, en kwamen door de rook over de ringmuren en kregen de kelder van het huis in handen. Ze doodden 54 Friezen in de kelder en tussen de singelmuur en het huis. Degenen die boven de kelder in het huis en op de gewelven waren boden zoveel verzet dat de Leeuwarders het bovenste deel van het huis niet konden veroveren.
Tijdens dit gebeuren kwamen Murck Sirckz. met de Woudfriezen de belegerden te hulp. Toen de Leeuwarders de Woudfriezen zagen aankomen trokken ze terug naar hun stad, en degenen op het gewelf van Uniahuis ontsnapten.
Op 29 januari kwamen vanuit het kamp van Hertog Karel van Gelre in Dokkum, Tyaerd Mockama, Toenis Keteler en Hendrick van Lochum, met zeshonderd knechten.
Hertog George van Saksen had nog in Dokkum een hofmeester genaamd Winckebusck met honderd knechten. Onder deze waren veel Gelderse knechten die, samen met sommige burgers van Dokkum die ook pro-Gelderland waren, muiterij veroorzaakten en Dokkum overgaven aan de Geldersen.
Daarna verliet Winckebusck met de andere burgers die niet voor Gelderland wilden zijn, Dokkum richting Leeuwarden.
Toen de Geldersen Dokkum op deze manier in handen hadden, stuurde Tyaerd Mockama samen met de andere Geldersen berichten naar alle Friezen uit beide Dongeradelen, Dantumadeel en de omliggende gebieden, hen adviserend en verzoekend om zich aan te sluiten bij de Hertog van Gelre om vrij en Fries te blijven. Ze zouden vrij zijn zonder belastingen en zonder accijnzen, en alle privileges en vrijheden behouden die de Friezen gegeven waren door Keizers en Koningen, en de Hertog van Gelre zou niets meer zijn dan een beschermheer van Friesland.
Door deze sluwe en mooie beloftes vielen alle omliggende landen onder dergelijke voorwaarden en niets anders.
Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.
Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.
Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).
Dorpen en steden in Friesland.
Leven in Sneek in de 16de eeuw.
De zaak van Yepke Vaer (1521).
Veroordeelde Geldersen 1516 -1524.
Misdaad en straf (1500 - 1550).
Terechtstellingen (1500 - 1550).