In het jaar 1501:
In 1501 waren er nieuwe onderhandelingen in Vlaanderen over de toekomst van Friesland.

De onderhandelingen over de macht in Friesland

In het jaar 1501 stuurden de ballingen uit Friesland hun afgevaardigden en gemachtigden naar Vlaanderen om te spreken met hertog Philips van Bourgondië en hertog Hendrik van Saksen, of hun vertegenwoordigers, over de afspraken die het voorgaande jaar in Antwerpen waren gemaakt. Deze bijeenkomst was gepland voor 2 februari.

Toen de ballingen in Gent aankwamen, ontmoetten ze heer Cornelis van Bergen, raadsheer van de hertog van Bourgondië, en de raadsleden van hertog Hendrik van Saksen uit Friesland, waaronder heer Segemont Plug de kanselier, heer Johan van Woertenburgh, meester Bucko, Hero Hottinga van Wommels en Schelto Tyaerda op het Geest (Rinsemageest).

Er werd een brief voorgelezen namens de hertog van Bourgondië, waarin werd voorgesteld dat de onderdanen in Friesland hem binnen een jaar vijftigduizend gouden guldens zouden betalen vanaf de dag dat hij Friesland zou overnemen. Dit bedrag zou hen vrijstellen van alle andere belastingen voor dat jaar. De hertog wenste vijf jaar lang jaarlijks eenzelfde bedrag te ontvangen, waarna de Friezen alleen de oude domeinrechten zouden betalen, plus een vrijwillige bijdrage van de staten van het land, zonder dwang of geweld. De hertog beloofde de onderdanen goed te behandelen, hen te handhaven in gerechtigheid, genade en oude privileges.

De ballingen vroegen heer Cornelis van Bergen wat de bijdrage zou zijn die hertog Philips na vijf jaar van de staten zou verlangen. Hij kon hen daarop geen duidelijk antwoord geven, maar zei dat ze erop moesten vertrouwen dat hertog Philips en hertog Hendrik tegen Pasen een overeenkomst zouden bereiken, waarna hertog Philips heer van Friesland zou worden.

Echter, heer Segemont Pluch, de kanselier van hertog Hendrik van Saksen in Friesland, sprak met de ballingen en adviseerde hen om zich niet te verlaten op deze onderhandelingen, maar in plaats daarvan een overeenkomst met de hertog van Saksen te zoeken. Hij beloofde hen te helpen om tegen een redelijke vergoeding terug te keren naar het land. De ballingen vertrouwden echter meer op heer Cornelis van Bergen en negeerden het advies van de kanselier, wat een vergissing bleek te zijn.

Uiteindelijk bleef de hertog van Saksen heer van Friesland en deed hertog Philips er verder niets mee. Toch slaagden de ballingen erin om met behulp van de kanselier en de genoemde heren een overeenkomst te bereiken met de stadhouder van Friesland en keerden terug naar het land.

De kroniek van Worp van Thabor

Deze tekst is gebaseerd op het vijfde boek van monnik, kroniekschrijver en tijdgenoot Worp van Thabor. Het boek beslaat de geschiedenis van Friesland van 1499 tot 1523.

Dit is de periode onder het bewind van de Saksische Hertogen en daarna het conflict tussen een groot deel van Friesland, Gelre en de keizer Karel V van Spanje.

Het boek van Worp van Thabor (in modern Nederlands).